Hoe worden gevangenisstraffen uitgevoerd?

Veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar?

Inleiding

Hoe wordt uw straf uitgevoerd wanneer u veroordeeld bent tot één of meerdere gevangenisstraffen die in totaal variëren tussen 6 maanden en 3 jaar? Er zijn twee situaties te onderscheiden:

1. Als uw totale strafduur meer dan 2 jaar tot maximaal 3 jaar bedraagt, zijn de nieuwe regels van toepassing, op voorwaarde dat al uw gevangenisstraffen zijn uitgesproken na 31 augustus 2022.

2. Als uw totale strafduur tussen de 6 maanden (inbegrepen) en 2 jaar (inbegrepen) ligt, gelden de nieuwe regels enkel voor u als al uw gevangenisstraffen zijn uitgesproken na 31 augustus 2023. Als de nieuwe regels nog niet op u van toepassing zijn, valt u onder de regels van de ministeriële omzendbrieven. In dat geval kunt u altijd verzoeken om toch onder de nieuwe regels te vallen.

Samenvatting nieuwe regels

Wanneer u wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf, moet u die straf in de gevangenis uitzitten. Er bestaan echter mogelijkheden om uw straf geheel of gedeeltelijk buiten de gevangenis uit te voeren, bekend als “strafuitvoeringsmodaliteiten.” U dient deze modaliteiten zelf aan te vragen, en de strafuitvoeringsrechter neemt de uiteindelijke beslissing.

In ieder geval moet u altijd eerst naar de gevangenis gaan na ontvangst van uw gevangenisbriefje. De gevangenis zal controleren of u in aanmerking komt voor een dergelijke aanvraag. In bepaalde gevallen kan het zijn dat u de gevangenis mag verlaten in afwachting van de beslissing van de strafuitvoeringsrechter met betrekking tot uw aanvraag.

1. U bent veroordeeld, wat nu?

Na uw veroordeling ontvangt u een brief van het openbaar ministerie, het zogenaamde “gevangenisbriefje.” Hierin staat dat u zich binnen de 5 werkdagen na ontvangst van dit gevangenisbriefje (niet tijdens weekend- en feestdagen) moet aanmelden in een specifieke gevangenis. Het is van groot belang om dit onmiddellijk te doen, want als u dit nalaat, zal de politie u aanhouden. In dat geval zult u moeten wachten op de beslissing over een eventuele aanvraag voor een strafuitvoeringsmodaliteit in de gevangenis.

2. Welke strafuitvoeringsmodaliteiten zijn er

Het is mogelijk om uw gevangenisstraf onder bepaalde voorwaarden geheel of gedeeltelijk buiten de gevangenis uit te voeren, bijvoorbeeld thuis. Afhankelijk van de duur van uw straf kan dit soms onmiddellijk plaatsvinden of nadat u een deel van uw straf heeft uitgezeten. Er zijn vier strafuitvoeringsmodaliteiten:

A. Beperkte detentie: Dit houdt in dat u de gevangenis dagelijks mag verlaten voor een bepaalde tijd, met een maximum van 16 uur. Dit kan zijn om te werken, een opleiding te volgen of om familiale redenen. Normaal gesproken verblijft u dan alleen ’s avonds en ’s nachts in de gevangenis. Tijdens de beperkte detentie kunt u ook penitentiair verlof krijgen, wat extra tijd betekent om met uw familie door te brengen of uw reclassering verder voor te bereiden.

B. Elektronisch toezicht: Elektronisch toezicht betekent dat u verplicht bent om op een specifiek adres te verblijven, dit kan thuis zijn of op een ander adres. U moet ook een bepaald uurrooster naleven, dat allemaal elektronisch wordt gecontroleerd. Tijdens het elektronisch toezicht kunt u werken, werk zoeken, solliciteren, een opleiding of therapie volgen, enz. U kunt ook penitentiair verlof genieten tijdens elektronisch toezicht.

C. Voorwaardelijke invrijheidstelling: Dit houdt in dat u voor het einde van uw straf wordt vrijgelaten, maar hieraan zijn voorwaarden verbonden die u gedurende een door de strafuitvoeringsrechter bepaalde proeftijd moet naleven.

D. Voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering of overlevering: Voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied houdt in dat u voor het einde van uw straf wordt vrijgelaten en het land moet verlaten. U krijgt voorwaarden opgelegd die u gedurende een door de strafuitvoeringsrechter bepaalde proeftijd moet naleven. Als u geen verblijfsrecht heeft in België, zal deze proeftijd in een ander land plaatsvinden. Voorlopige invrijheidstelling met het oog op overlevering betekent dat u voor het einde van uw straf wordt vrijgelaten, zodat u kunt worden overgeleverd aan het land dat een Europees of internationaal aanhoudingsbevel voor u heeft uitgevaardigd.

3. Vanaf wanneer komt u in aanmerking voor deze strafuitvoeringsmodaliteiten?

U komt in aanmerking voor een voorwaardelijke of voorlopige invrijheidstelling nadat u minstens 1/3 van uw straf hebt ondergaan, zowel in de gevangenis als onder elektronisch toezicht. Zes maanden eerder kunt u in aanmerking komen voor beperkte detentie of elektronisch toezicht.

Hier zijn enkele voorbeelden om dit te verduidelijken:

Voorbeeld 1: U bent veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden.
– Na 5 maanden detentie (1/3 van 15 maanden) kan de strafuitvoeringsrechter u een voorwaardelijke of voorlopige invrijheidstelling toekennen.
– U komt onmiddellijk in aanmerking voor beperkte detentie of elektronisch toezicht (1/3 van 15 maanden, min 6 maanden).

Voorbeeld 2: U bent veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden.
– Na 9 maanden detentie (1/3 van 27 maanden) kan de strafuitvoeringsrechter u een voorwaardelijke of voorlopige invrijheidstelling toekennen.
– Na 3 maanden detentie (1/3 van 27 maanden, min 6 maanden) kan de strafuitvoeringsrechter u een beperkte detentie of elektronisch toezicht toekennen.

Voorbeeld 3: U bent veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden en heeft al 3 maanden voorlopige hechtenis ondergaan.
– Na 6 maanden detentie (1/3 van 27 maanden = 9 maanden, min 3 maanden voorlopige hechtenis) kan de strafuitvoeringsrechter u een voorwaardelijke of voorlopige invrijheidstelling toekennen.
– U komt onmiddellijk in aanmerking voor beperkte detentie of elektronisch toezicht (1/3 van 27 maanden, min 3 maanden, min 6 maanden).

4. Zijn er nog andere toekenningsvoorwaarden?

Ja, de strafuitvoeringsrechter zal onderzoeken of er aanwijzingen zijn die tegen de toekenning van de aangevraagde strafuitvoeringsmodaliteit pleiten. Deze aanwijzingen hebben betrekking op:

– Uw vermogen om in uw eigen behoeften te voorzien (deze aanwijzing geldt niet voor beperkte detentie omdat uw hoofdverblijfplaats de gevangenis is, en evenmin voor de voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering of overlevering).
– Het vormen van een ernstig risico voor de fysieke integriteit van anderen.
– Het risico van intimidatie van uw slachtoffers.
– Uw houding ten opzichte van uw slachtoffers (deze aanwijzing geldt niet voor de voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering of overlevering).
– Uw inspanningen om de burgerlijke partij(en) te vergoeden. Als de strafuitvoeringsrechter van oordeel is dat er aanwijzingen zijn en dat deze niet kunnen worden opgevangen door het opleggen van andere bijzondere voorwaarden, zal hij de aangevraagde strafuitvoeringsmodaliteit weigeren.

Veroordeeld tot een gevangenisstraf van meer dan drie jaar?

Bij een langdurige gevangenisstraf (langer dan 3 jaar) moet de veroordeelde – zelfs voor de wetswijziging – altijd een minimumtijd in de gevangenis doorbrengen. Deze minimumtijd bedraagt minstens 1/3 van de straftijd, en voor recidivisten zelfs 2/3 van de straftijd.

Zes maanden voordat de minimumtijd is bereikt, komt men in aanmerking voor beperkte detentie of elektronisch toezicht. Na het voldoen aan de minimumperiode kan men een verzoek indienen bij de strafuitvoeringsrechtbank voor vervroegde vrijlating of elektronisch toezicht met een enkelband.

De strafuitvoeringsrechtbank is verantwoordelijk voor het beoordelen van de concrete uitvoering van straffen in België. Deze rechtbank heeft de bevoegdheid om te bepalen hoe iemand een opgelegde straf moet ondergaan en kan dit in de loop van de tijd wijzigen. Enkele voorbeelden van zulke wijzigingen zijn onder andere: een deel van de straf laten uitzitten onder ‘huisarrest’ (elektronisch toezicht of met een enkelband) of ‘vervroegde vrijlating onder strikte voorwaarden’.

Bij elke aanvraag worden wettelijk vastgestelde criteria gehanteerd. Niet elke veroordeelde wordt dus automatisch vrijgelaten nadat ze 1/3 (of 2/3 voor recidivisten) van hun straf hebben uitgezeten.

Welke factoren houdt de strafuitvoeringsrechtbank in overweging voor vervroegde vrijlating? Deze criteria zijn : het ontbreken van perspectieven voor sociale reclassering; het risico op het plegen van nieuwe strafbare feiten; het risico van het lastigvallen van de slachtoffers en de houding van de veroordeelde tegenover hen; de inspanningen van de veroordeelde om de slachtoffers schadeloos te stellen.

Share:

Categories

Latest Recent News

Nieuwe sancties bij contractuele wanprestaties in het Belgische verbintenissenrecht
Arbitrage-exceptie opgeworpen in tweede conclusie na wering eerste conclusie
Hof van Cassatie benadrukt rol Brussel Ibis-verordening bij insolventie

Popular Tags

Archives